Er wordt veel over gesproken en vaak vraagt men zich af… hoe zit dat nu precies? In de blog, die deze week door Ronald Koskamp werd geschreven, wordt het helder en duidelijk uitgelegd!

Al twee keer eerder nam ik u mee in de materie rondom stikstof en dan met name de emissie (wat erbij komt in de lucht) en de depositie (wat er neer komt op de bodem)

Vandaag een stukje minder algemeen en dichterbij namelijk over het Liefstinghsbroekbos, het enige Natura 2000 gebied in onze provincie. En ook nog gelegen in onze gemeente Westerwolde.

Het bos kent een lange geschiedenis en wordt voor het eerst beschreven in de late middeleeuwen, in 1474. Het behoorde toe aan erve Liefstingh te Weende en wordt later beschreven in een boedeldeling van weduwe Elisabeth Addinga van Westerwolde.

Er wordt in die tijd beperkt hout gewonnen vanwege de kenmerkende hoge en sterke bomen die er groeien. De open plekken worden gehooid en in de herfst gedeeltelijk afgeplagd als bodem voor de potstallen. Op enig moment komt het bos in eigendom van de Winschoter burgemeester H.I. Schönveld. Bij zijn overlijden in 1937 laat hij het bos na aan Natuurmonumenten. Op 4 mei 2013 wordt het bos bij Europees besluit aangewezen als Natura 2000 gebied.

Het bos krijgt zijn Natura 2000 aanwijzing vanwege z’n lange historie en drie kenmerkende en uitzonderlijke Habitat typen die een beschermde status hebben. Dat zijn eiken bos, haagbeuken met huls ondergroei en blauwgrasland. Daarvan is het blauwgras het meest gevoelige deel van deze drie.

Blauwgras is een mengsel van planten, waarvan vele met een blauw grijze kleuring. Ook komen er  wilde orchideeën voor, veelal te vinden op randen van veengebieden en in beekdalen. Blauwgras houd van een matig voedselrijke en overwegend licht basische bodem. De naam Blauwgras kan overigens ook afkomstig zijn uit een taal vervorming voor matig tot slecht gras. (net als een blauwe maandag staat voor een korte periode of een matige dan wel slechte dag)

In ons land is natuurbescherming belegd bij de provincies. Deze hebben als opdracht er voor te zorgen dat de  natuurwaarden in de Natura 2000 gebieden verbeteren of in ieder geval niet achteruit gaan. In de herfst van 2020 werd er een adviescommissie opgericht om de provincie te adviseren over gerichte maatregelen om de stikstof gevoelige natuur te behouden en perspectief te bieden voor de omliggende landbouw. De commissie wordt gevormd door vertegenwoordigers van natuur, landbouw, gemeenten, provincie en waterschap. Al snel wordt duidelijk dat er weinig tot geen concrete cijfers bekend zijn over verschillende factoren die van invloed zijn op de natuur doelen. Er is dus onderzoek vereist.

De pilot Maatwerk door Meetwerk wordt opgezet. Hierin nemen deel RIVM, TNO, UvA, WUR en One Planet. Ieder met z’n eigen expertise maar wel met een gemeenschappelijk doel om een beeld te krijgen wat er in het gebied gebeurt en wat de eventuele dempende maatregelen zouden kunnen zijn.

Al snel viel het op dat buiten het bos in het omliggende NNN gebied het blauwgras spontaan ontstond en zich goed ontwikkelde. Maar dit viel natuurlijk buiten het onderzoeksgebied en mocht dan ook niet worden meegenomen als waarneming. Wel kwam het vermoeden dat stikstof niet de belangrijkste oorzaak van de minder goede staat van het blauwgras in het bos kon zijn. Immers de lucht kwaliteit direct naast het bos kan niet heel veel anders zijn dan in het bos.

 Bron: https://www.rivm.nl/stikstof

De pilot heeft in het gebied rondom het bos maar ook op diverse plaatsen in het bos door lopend metingen gedaan aan de luchtkwaliteit.  Zo werd een beeld gekregen van de depositie in het bos. Ook is er aan de landbouwers gevraagd om bij te houden wanneer welke werkzaamheden zijn uitgevoerd om zo eventuele afwijkende metingen te kunnen herleiden.

Verder is er bij een tweetal stallen in de buurt een continu meting op gezet om de emissie uit die stallen te kunnen meten. Naast stikstof is er ook onderzoek gedaan naar de waterhuishouding in het gebied en de temperatuurontwikkeling (opwarming van het klimaat), Hierbij is gebleken dat de zuurtegraad van de bodem niet optimaal is; het is te zuur geworden.

Een van de oplossingen zou kunnen zijn om meer kwel generen die dan moet zorgen voor meer basisch grondwater aan de oppervlakte. Voor alle gevonden waarden met invloed op de natuurdoelen is geprobeerd om werkbare oplossingsgerichte maatregelen te vinden.

Dit geheel heeft geleid tot een rapport welke op 25 april jl. is aangeboden aan Leo Wenneger gedeputeerde van de provincie Groningen. Een van de adviezen is om alle verzamelde meetgegevens door een Deense universiteit te laten uitwerken in een rapport wat leid tot concrete en effectieve maatregelen zodat er niet te veel zinloos geld wordt uitgegeven aan halve of weinig effectieve maatregelen. ( https://www.hetliefstinghsbroek.nl/)

Terwijl de adviescommissie aan het werk was is de provincie, zonder de adviescommissie hiervan op de hoogte te stellen al begonnen met het nemen van maatregelen. Er zijn diverse landerijen aangekocht in de omgeving en er is een bedrijfsverplaatsing aanstaande. Dit zijn inmiddels onomkeerbare maatregelen die ook nog eens indruisen tegen het eindadvies van de commissie.

Voor deze maatregelen is weinig tot geen draagvlak in de omgeving. Gemiste kans!

Ronald Koskamp,

Fractie Gemeentebelangen Westerwolde